Ik maakte een kruiswoordpuzzel!
Ok, dit wordt een nogal nerdy verhaal:
Ik speel al best lang bijna dagelijks de kruiswoordpuzzel van de New York Times op mijn telefoon. Het interessante aan dit soort puzzels is dat ze steeds makkelijker worden. Deels omdat bepaalde woorden vaker terugkomen, maar ook doordat je de regels en conventies leert snappen.
Zo is een hint die eindigt op een vraagteken altijd een woordgrap, en een hint met een afkorting erin wijst erop dat ook het woord dat je in moet vullen een afkorting is.
Ook voor het ‘grid’ van de puzzels zijn er
allerlei regels. Zo zit er een symmetrie in de zwarte vlakjes, en zit elke letter altijd in twee woorden.
Puzzelmaker
Malaika Handa deed een toffe ontdekking: als je die ‘regels’ volgt voor puzzels van 7x7 vakjes, dan zijn er precies 312 mogelijke grids. 312 is 6 x 52. Dus met 6 puzzels per week kun je precies een jaar vullen. Dat leverde het project
7xwords op: iedereen die wil, mocht een dag ‘claimen’, en een puzzel maken met het grid van die dag.
Dat deed ik, en ik maakte de puzzel voor 28 september: