Creativiteit is een beetje een onvatbaar begrip. Mijn eerste gedachte bij creativiteit is een schilder, of iemand die met kleurpotloden in de weer is, en ik heb als journalist zelf natuurlijk een creatief beroep. Maar creativiteit is veel breder. Van een programmeur tot een ambulanceverpleegkundige: in bijna elk beroep is een vorm van creativiteit een belangrijke eigenschap. Alleen bij boekhouders wordt het geloof ik niet zo gewaardeerd.
Als je in een creatief veld als de media werkt, dan word je afgerekend op de kwaliteit van je ideeën. Dat is soms best pijnlijk, omdat creativiteit zo'n fundamenteel onderdeel is van je persoonlijkheid. Een collega beschreef het van de week ‘alsof iemand een blik in je kinderwagen werpt en zegt: “leuke baby, maar ik zou er toch een andere kop op zetten.”’
Ben ik creatief? Ik vind van wel. Ik verzin (al zeg ik het zelf) best vaak leuke dingen en ook anderen zoeken mij soms op als ze ‘een goed idee nodig hebben’. Maar het lukt niet altijd. Jaren geleden liet een leidinggevende me zelfs een cursus Creatief denken volgen, omdat ik op die redactie maar weinig ideeën wist te produceren. Hoe kan dat?
Op die cursus, die gegeven werd door Rachel Janssen van
De Rijmfabriek, kreeg ik een deel van het antwoord. Voor creativiteit heb je een afwisseling nodig in de hoeveelheid prikkels die je binnenkrijgt.
Veertig uur per week onder de douche
Ideeën ontstaan vaak op rustige momenten. In bed, onder de douche, terwijl je in de file staat, je kent het ongetwijfeld. Maar je wordt geen geniale ideeënmachine als je veertig uur per week onder de douche gaat staan. Ideeën hebben een zaadje nodig, dat je juist vindt door veel prikkels binnen te krijgen. Door te lezen, door films te kijken, door een wandeling te maken, door met mensen te praten. Dan pas kan er ‘eigen verwondering’ bestaan, nog zo'n journalistiek cliché, maar vaak de basis van goede verhalen.
Je hebt de combinatie nodig. Zorg als je een drukke baan hebt dus ook af en toe voor een paar uur verveling, anders krijgen die ideeën nooit de kans om naar de oppervlakte te borrelen.
Dat sluit aan bij iets anders dat ik van Rachel leerde: je moet ruimte maken voor creativiteit. Sluit jezelf of je team eens een uur op met een notitieblok of een stapel post-its, maar ga er niet vanuit dat ideeën zomaar uit het niets ontstaan.
Op heidag met jezelf
Daar wringt het nog wel eens, ook als je in de zogenoemde ‘creatieve industrie’ werkt. Die term is raar maar eigenlijk ook best vattend. Een chef bij RTL beschreef de redactie eens als een koekjesfabriek: het is heerlijk werk waar je mooie dingen maakt, maar tegelijkertijd moet de uitzending wel vol en mag ook de site niet leeg blijven.
Daarbinnen moet je op zoek: waar kan ik ruimte krijgen om creatief te denken? Ik deed dat onder andere mijn leidinggevende te vragen me af en toe ruimte in mijn werkrooster te geven. Wat voor werk je ook doet: blok eens een middag in je agenda, of organiseer een heidag met jezelf.