Mocht je je afvragen of Facebook niet onderhand te groot is, dan hoef je voor het antwoord alleen maar terug te denken aan 4 oktober. Op die maandag ging het socialmediabedrijf de mist in tijdens het uitvoeren van een update. Gevolg: niet alleen Facebook zelf was uit de lucht, ook Instagram en WhatsApp lagen plat.
De storing, die uiteindelijk zes uur lang aanhield, had ook zo zijn voordelen. Want net als
het sms-verkeer steeg ook het bezoek naar nieuwssites in die paar uur explosief, blijkt uit cijfers die Chartbeat verzamelde. De duizenden uitgevers die wereldwijd data aan het platform leveren, zagen gemiddeld gezien anderhalf keer zoveel bezoekers rechtstreeks naar hun site trekken.
En daar hield de digitale volksverhuizing niet op: het aantal bezoekers dat via Google en andere zoekmachines een weg vond naar nieuwssites,
verdubbelde zelfs. Blijvend was die grote trek overigens niet. Zodra Facebook de zaken weer op orde had, zakte het verkeer naar nieuwssites weer net zo snel terug naar het oude niveau.
Dat het
there and back again van internetters niet op toeval berust, blijkt uit een eerder soortgelijk geval. Op 3 augustus 2018 kampte Facebook immers ook al met problemen en ook toen
schoot het bezoek naar nieuwssites omhoog, ook al duurde die storing maar een uurtje.
Beide gevallen laten ook zien dat het hele idee dat nieuwsmedia Facebook nodig hebben om hun content te verspreiden allang achterhaald is. Juist op een moment dat het grootste sociale netwerk van de westerse wereld op zijn gat ligt, weten internetters de nieuwssites immers prima te vinden. Dat lijkt me voor de journalistiek een prima opsteker.