Lieve mensen,
Zo, daar ben ik weer. Zonder goede voornemens, maar vol goede moed en een kop vol ideeën. Dus heb ik dit jaar voor het eerst een poging gewaagd om wat doelen op te schrijven voor ‘Q1’. Eén daarvan: ik ga nog even door met deze tikkerij – in elk geval tot ik #50 heb aangetikt. Tegen die tijd moet ik toch wel weten wat ik hier nu precies mee wil en de ‘hoe dan’. Of, dat kan ook, dat het gewoon een geinig dingetje bleek en hupsakee, weer door naar het volgende geinige dingetje. Ik ga trouwens wel slow tikken, dus verwacht vanaf nu eens in de twee weken een mailbox vol inspiratie in plaats van wekelijks, dat leek me eigenlijk voor iedereen wel beter. Tenzij, tenzij.
Voor nu:
let’s go! Wat een toestanden deze eerste weken, hè? Ik weet niet hoe jullie het jaar zijn begonnen, maar ik moest echt oppassen niet in een diepe depressie weg te zakken. Mensen, wat een treurnis en negativiteit. Sinds dit weekend knap ik gelukkig weer wat op, en dat heeft alles te maken met al die roddels die hupsakee het Journaal binnen kwamen rollen. Van
Randy Andy naar
Djoko (aka
Jezus) en hup weer door naar
Jeroen (huh, wie?) en Ali B. (ah nee, pfff). Ja, lekker oppervlakkig en ook sensatiebelust, maar het was een welkome afwisseling van besmettingscijfers, inflatie en uitzichtloosheid in het algemeen.
En nee, ik ga niks zeggen over het nieuwe kabinet. En dus ook niet over Mark Rutte.
Laten we gewoon beginnen met de snoepjes van deze week: