Tijdens het Ruslandonderzoek riep Trump steevast “
no collusion”. In het Oekraïneschandaal is het mantra van het Witte Huis “
no quid pro quo”. Trump kan moeilijk ontkennen dat hij de Oekraïense president Zelensky had gevraagd zijn politieke rivaal Joe Biden te onderzoeken. Het staat immers zwart-op-wit in
een transcript van zijn telefoongesprek met de Oekraïense president van 25 juli.
Maar
een onthulling van de Wall Street Journal liet zien dat er meer aan de hand was. De Amerikaanse overheid had een week voor Trumps gesprek met Zelensky militaire steun ter waarde van 391 miljoen dollar aan Oekraïne had bevroren. Dat wekte in ieder geval de suggestie van een voor-wat-hoort-wat. Trump leek het onthouden van die militaire steun te gebruiken om de Oekraïners onder druk te zetten.
Eén dag na de publicatie van de Wall Street Journal publiceerde het Witte Huis
het transcript van Trumps gesprek met Zelensky. Daarin werd de militaire steun van 391 miljoen niet één keer genoemd. Trump verklaarde triomfantelijk dat het verslag bewees dat er helemaal geen sprake was van een
quid pro quo (al liet het transcript overigens wel zien dat Trump op een andere manier met een voor-wat-hoort-wat Zelensky niet zo subtiel onder druk zette).
Die verdediging van het Witte Huis wordt steeds moeilijker vol te houden. Eerst was daar Trumps eigen chef-staf Mick Mulvaney die
volmondig erkende dat er wel degelijk sprake was van een
quid pro quo. Later zou hij dat weer ontkennen, maar zijn terugtrekkende beweging kwam niet bepaald overtuigend over. Deze week volgde de opzienbarende getuigenis van Bill Taylor voor de onderzoekscommissie van het Congres. Zijn verhoor vond achter gesloten deuren plaats, maar
zijn openingsverklaring lekte uit. Het sloeg in als een bom in Washington.
Taylor is niet zomaar een getuige. Hij is oorlogsveteraan, werd opgeleid op de befaamde officierenacademie van West Point en diende vijftig jaar onder opeenvolgende Republikeinse en Democratische presidenten. Hij geldt als een expert op het gebied van Oekraïne en tussen 2006 en 2009 was hij de Amerikaanse ambassadeur in Kiev.
De inmiddels gepensioneerde Taylor werd afgelopen zomer door minister Pompeo van Buitenlandse Zaken gevraagd om zakengelastigde te worden op de Amerikaanse ambassade. Trump had de vorige ambassadeur ontslagen omdat die
niet loyaal genoeg zou zijn en Pompeo was op zoek naar een vervanger met veel ervaring. Taylor aarzelde een tijdje, maar besloot uit plichtsbesef de baan te accepteren.
Als chargé d’affairs vervulde hij in feite de rol van ambassadeur. Daarmee is hij een spilfiguur geworden in het uitdijende Oekraïneschandaal, omdat hij een centrale functie had in de contacten tussen de Amerikaanse en Oekraïense regeringen. Taylor beschrijft in zijn openingsverklaring hoe hij ontdekte dat er twee parallelle diplomatieke kanalen bestonden tussen Washington en Kiev.
“There appeared to be two channels of U.S. policy-making and implementation, one regular and one highly irregular.”
Er was een regulier kanaal waarin Taylor zelf een centrale rol had als hoogste Amerikaanse diplomaat in Kiev. Dat kanaal was bedoeld om het officiële Oekraïnebeleid van de Amerikaanse regering uit te voeren. Dat beleid was: Oekraïne beschermen tegen Russische agressie met ruimhartige militaire hulp. Dat beleid werd breed ondersteun door Democraten en Republikeinen in het Congres, die al toestemming hadden gegeven voor de 391 miljoen dollar.
Maar Taylor beschrijft dat nog een tweede, een meer geheimzinnig kanaal bestond. Dat kanaal werd aangestuurd door Trumps privé-advocaat Rudy Giuliani, die achter de ruggen ging van Taylor en andere diplomaten. Dat kanaal ondermijnde juist het officiële Oekraïnebeleid, zo constateerde Taylor. Dat kanaal werd gebruikt om Oekraïne onder druk te zetten door militaire steun juist achter te houden. Daarmee kwamen zelfs levens op het spel te staan, zo zegt Taylor.
Het duurde even voordat Taylor in de gaten had wat het doel was van het geheime kanaal. Maar langzaam begon het te dagen dat Trump Oekraïne onder druk zette voor persoonlijke doeleinden. Hij wilde dat Zelensky in het openbaar zou verklaren dat hij een onderzoek zou beginnen naar zijn politieke rivaal Joe Biden en het bedrijf Burisma waar zijn zoon Hunter Biden een tijd lang voor werkte. Als hij dat niet zou doen, dan kreeg Oekraïne geen militaire hulp. Op een gegeven moment kreeg Taylor dat letterlijk te horen tijdens een telefoongesprek met Gordon Sondland, die door Trump benoemd was tot EU-ambassadeur na een donatie van $1 miljoen dollar aan Trumps inauguratiefestiviteiten.
“During that phone call, Ambassador Sondland told me that President Trump had told him that he wants President Zelensky to state publicly that Ukraine will investigate Burisma and alleged Ukrainian interference in the 2016 U.S. election.”
Sondland deed alsof het verzoek volkomen normaal was. Hij ontkende dat er sprake was een quid pro quo. Hij vergeleek het met een zakentransactie waarbij Trump pas een cheque uitschrijft als hij waar voor zijn geld krijgt.
“Ambassador Sondland tried to explain to me that President Trump is a businessman. When a businessman is about to sign a check to someone who owes him something, he said, the businessman asks that person to pay up before signing the check.”
Maar volgens Taylor is dit onzin. Het voortzetten van militaire steun in ruil voor een Oekraïens onderzoek naar de Bidens is volgens de diplomaat in alle opzichten een voor-wat-hoort-wat, hoe hard het Witte Huis ook roept dat het niet zo is. Taylor beschreef dit in niet mis te verstane bewoordingen in zijn openingsverklaring.
“It is a rancorous story about whistleblowers, Mr. Giuliani, side channels, quid pro quos, corruption, and interference in elections.”
Het Witte Huis lijkt het nu over een andere boeg te gooien. Er kan geen sprake zijn van een
quid pro quo, omdat de Oekraïense regering niet op de hoogte was van het bevriezen van de militaire steun. Ook dat verhaal is wankel, want volgens de New York Times was Kiev al begin augustus
op de hoogte van het stopzetten van de militaire hulp.