Ken je
deze Facebook commercial nog van een tijdje geleden? Een meisje hoort tijdens familie-etentje een uiterst saai verhaal van haar oma aan, en gaat dan maar haar Facebook checken waar zich een wondere wereld vol interessante dingen voor haar opent.
Het mooie van deze reclame is dat het zo dubbelzinnig is: wie is hier nu echt de bad guy? Op het eerste gezicht zeg je natuurlijk dat de kleindochter die stiekem haar Facebook checkt fout zit en zich maar door het saaie verhaal van haar oma moet zien te worstelen. Maar ergens voelen we ook sympathie voor haar – we hebben allemaal wel eens van die ‘saaie oma’s’ om ons heen. En waarom zouden we eigenlijk in zo’n saai moment moeten blijven dat ons werkelijk geen greintje interessante informatie op geen enkel niveau oplevert, zeker als met één druk op de knop wel interessante informatie beschikbaar is?
Volgens Sherry Turkle – auteur van ‘Alone Together’ en ‘Reclaiming Conversation’ – moeten we toch – in elk geval met enige regelmaat - de verleiding weerstaan om uit dit moment te vluchten. Waarom? Omdat dit ongemak ons ook iets waardevols oplevert én onze normen en waarden tekent.
Human relationships are rich, messy and demanding. When we clean them up with technology, we move from conservation to the efficiency of mere connection.
Laat ik eerst even benadrukken: Turkle is niet anti-technologie (maar pro-conversatie). Ze vindt alleen dat we beter moeten nadenken welke ‘affordances’ technologie heeft en welke normen en waarden ons dat oplevert. En dat kan vaak heel tegengesteld zijn. Zo heeft de televisie zowel de mogelijkheid om mensen te isoleren als om ze samen te brengen. En bij je smartphone is dat ook zo: Ik heb vaak genoeg ervaren hoe een smartphone bij een gesprek erbij pakken heel verrijkend kan werken doordat je een nummer uit je jeugd samen kunt terugluisteren of doordat iets kan worden gegoogled.
Het probleem is dan ook niet zozeer de mogelijkheden die de smartphone ons biedt. Alleen het feit dat Facebook op je telefoon zit, betekent niet dat je het automatisch gaat gebruiken (al zit daar dus wel een verslavende werking in de manier waarop het is ontworpen). Het probleem is dat de waarden waaruit we reageren zijn veranderd – en daarbij is natuurlijk de vraag: wat is de kip en wat het ei? Zijn ze veranderd door de sociale veranderingen die onze technologie veroorzaakt heeft of andersom? Ik vermoed dat het een onontknoopbare wisselwerking is.
Onze waarden zijn nu vooral gericht op comfort en efficiëntie. En onze telefoons hebben nu nét die affordances in huis die deze waarden perfect kunnen dienen.
I hear a desire for distraction, comfort and efficiency. […] Our phones are not the cause of the new silences in our families. But they make it easy to avoid difficult conversations.
Wat doe jij als je iets moeilijks met iemand te bespreken hebt? Ik merk dat ik het dan fijn vind om het (eerst) in een email of appbericht te gieten. Zo kan ik er rustig over nadenken wat ik eigenlijk te zeggen heb en een goede argumentatie opbouwen. Ik kan eraan gaan zitten op een rustig moment dat mij uitkomt, waarop ik me goed en scherp voel. En ik kan de reactie dan ook natuurlijk lezen in mijn eigen tijd, de gevoelens even laten bezinken, bedenken wat ik er echt van vind en dan weer een zorgvuldig ge-edit antwoord terugsturen.
What people really mean is not only that they like to text but also that they don’t like certain kind of talk. They shy away from open-ended conversation. […] online communication makes us feel more in charge of our time and self-presentation. If we text rather then talk, we can have each other in amounts we can control. And texting and email and posting let us present the self we want to be. We can edit and retouch.
Wat is hier dan mis mee? Zo krijg je toch een veel kalmere, meer bedachtzame communicatie? Volgens Turkle ontzeg ik mezelf door voor de waarden ‘veiligheid’ en ‘comfort’ te kiezen behoorlijk wat. Een rommelige face-to-face conversatie zou bijvoorbeeld een tegenwicht kunnen bieden aan de nadruk op efficiëntie die ik vaak ervaar als ik technologische communicatiemiddelen gebruik. In een gesprek kom je vaak dus juist niet op onmiddellijke, prachtig geformuleerde antwoorden. Daar heb je tijd, wat denkpauzes, moed om te erkennen dat je het even niet weet, zelfreflectie om te bedenken wat je ervan vindt, ruimte om terug te komen op je fouten en veel heen en weer praten nodig, waardoor je uiteindelijk naar je mening toewerkt. Voordeel van dat ongemakkelijke proces boven mijn frictieloze email is dat ik groei kan ervaren, kan leren dat saaie momenten in een conversatie soms ook interessante nieuwe zijwegen kunnen opleveren, kan ervaren dat ik niet persé de perfecte formulering hoef te gebruiken om het gewenste resultaat te krijgen etc.
Our mobile devices seem to grant three wishes: first, that we will always be heard; second, that we can put our attention wherever we want it to be, and third, that we will never have to be alone. And the granting of these three wishes implies another reward: that we will never have to be bored. But in creative conversation, in conversations in which people get to really know each other, you usually have to tolerate a little bit of boredom. People often struggle and stumble when they grapple with something new. Conversations of discovery tend to have long silences.
Dit betekent dus niet dat een analoge conversatie automatisch beter is dan een conversatie via email,social media of whatsapp, maar wel dat we ons moeten realiseren dat de mogelijkheden tot frictieloosheid die onze technologie ons biedt, wel andere waarden voorstaan dan we misschien zouden willen. En dat het misschien soms toch beter is om voor deze wrijving te kiezen. Turkle geeft het voorbeeld waarom het beter is om een ongemakkelijk gesprek met je vader aan te gaan over datingadvies, dan om dat aan een computer over te laten die door z’n vele ingevoerde scenario’s wellicht veel beter advies geeft, dan je papa die al sinds z’n 15de hetzelfde vriendinnetje heeft:
And then there is the question of how much we value “information”. By the first decade of the 2000s, it was easy to find high school students who through it would be better to talk to computer programs about the problems of high school dating then to talk to their parents. The programs, there students explained, would have larger databases to draw on than any parent could have. But giving advice about dating involved identifying with another person’s feelings. So that conversation with you father about girls might also be an occasion to discuss empathy and ethical behavior. If your father’s advice about dating doesn’t work out, hopefully you’ll still learn things from talking to him that will help things go better when you have your next crush.
En nu zou je kunnen zeggen: maar joh, natuurlijk ga ik geen datingadvies vragen aan een computer. Maar leven in een frictieloze wereld is een uiterst verleidelijke, uiterst glijdende schaal (zie al mijn voorbeeld over hoe ik moeilijke gesprekken lekker via email doe). En waar trek je de grens? Wanneer gaat het van lekker praktische frictieloosheid over in essentiële stuff? En is frictieloosheid überhaupt onschuldig of heeft elke kleine vorm wel effect?
In that world, your smartphone will signal your favorite coffee shop as you set out in the morning to get a latte, which of course will be waiting for you when you arrive, exactly as you want it. In the spirit of friction-free, your phone will be able to reroute and guide you so that you can avoid your ex-girlfriend and see only designated friends on your path. But who said that a life without conflict, without being reminded of past mistakes, past pain, or one where you can avoid rubbing shoulders with troublesome people is good?[…] In this case, technology gives us the feeling that we can communicate with total control, life’s contingencies become a problem. Just because technology can help us solve a “problem”, doesn’t mean it was a problem in the first place.