* Het recht op verveling: Iedere burger heeft het recht op nietsdoen. Op dromerig uit het raam staren naar ons vlakke, vlakke land in plaats van naar een scherm.
* Het recht op pech en toeval: We hebben recht op de toevallige bijkomstigheden die ons leven onvoorspelbaarder maken, die nu door onze smartphones wordt weggenomen, zoals een regenbui.
* Het recht op verdwaling: De kortste route van A naar B is geen plicht. We hebben het recht om zélf de route uit te zoeken.
* Het recht op te laat komen: We hoeven niet binnen vijf minuten de ander een bericht te sturen om onze vertraging aan te kondigen.
* Het recht op intuïtie: Hoezeer het algoritme ook zegt dat we behoefte hebben aan X, moeten daten met Y, boek Z gelezen zou moeten worden: we hebben het recht algoritmische suggesties naast ons neer te leggen. En voor onze eigen, stomme, ongeïnformeerde, puberale, achteloze, hopeloze keuze te gaan.