Na het opstaan tilt Dennis zijn gevoelloze benen in het exoskelet. Op het nachtkastje ligt de neurale interface Liviu Alpha. De interface vertaalt de hersensignalen naar data voor de computer in het exoskelet. De computer vertaalt de data met algoritmes naar instructies voor de motortjes en evenwichtsmodules.
Het viel hem mee. Na een paar weken trainen en kalibreren werkt de aansturing van zijn exoskelet naadloos. Het voelt bijna zoals vroeger. Hij denkt niet eens bewust aan lopen. De intentie is voldoende. De kleine motoren voelt hij draaien en zijn rechterbeen gaat vooruit. Precies met de snelheid en afstand zoals hij had bedacht.
Drie jaar geleden werd Dennis verschrikt wakker in het ziekenhuis van Innsbruck, Oostenrijk. Door een klap op een rotsblok off-piste had hij een dwarslaesie gekregen, verlamd vanaf de vierde wervel naar beneden. Na het ongeloof, de woede, het verdriet en de schrik, is hij er nu redelijk aan gewend.
Deze ochtend loopt hij naar zijn favoriete koffiezaak. Multitasken gaat prima. Hij luistert naar de illustere jazzgrootheid Chet Baker, bestuurt onbewust zijn exoskelet aan en denkt ondertussen na over de aanbieding die hij heeft gekregen.
Liviu stuurde gisteren een nieuwsbrief over een nieuwe module. Snowboarden met je exoskelet. De Shaun White editie lijkt helemaal slick.
Maar hij twijfelt: snowboarden voelt als een onderdeel van zijn identiteit voor het ongeluk. Niet bij de nieuwe Dennis. En bovendien: hoe leuk is een afdaling als je niet zelf, maar een stuk technologie het werk laat doen?