Philip doet zijn ogen dicht. Even terug naar zijn ademhaling. Vier tellen in, vier tellen vast en vier tellen uit. Zijn vriend Joost noemt het de Navy SEAL-techniek. Dat die lui zo aanleggen vlak voor een schot. Je geest tot rust brengen, het lichaam volgt, en dan precies tussen twee hartslagen: paf!
Philip vraagt zich af het werkt. De hak van zijn rechtervoet tikt onregelmatig op de marmeren vloer. Hij frunnikt aan zijn oorlel. Nora stuurt hem een opbeurend berichtje: ‘Go tijger, je kan dit. Sta in je kracht!’
Philips mondhoeken krullen ongewillig naar beneden. Op het display in de wachtruimte verschijnt nummer 76. Alsof het zo had moeten zijn, verzucht Philip. Het geboortejaar van zijn vader.
Philip sloft naar kamer 4. Daar is hij dan. Hartelijk als altijd, tenminste aan de buitenkant. ‘Philip, ik heb je gemist!’ Philip antwoordt bewust een fractie te laat. ‘Ik ook, pa. Het is veel te lang geleden.’
Stilte. Ze kijken elkaar aan. ‘En Bernadette?’ vraagt zijn vader. Philip schuift met zijn billen heen en weer. ‘Ah, ik weet al genoeg, Philip. Het is ok.’
De glimlach blijft hangen. De Deep Fake hologram van zijn overleden vader flikkert merkwaardig in de kamer. Gepauzeerd.
Philip draait zich om. Subtiel gekuch. Een man van een jaar of zestig met een kaal voorhoofd, witte snor en baard, kijkt hem streng aan. Hij draagt een driedelig bruin pak. Een antiek horloge tikt in een klein zakje in zijn jacquet. In zijn rechterhand houdt hij nonchalant een smeulende sigaar.
Philip zucht. ‘Oja, Sigmund. Ik was even vergeten dat ik jou had gekozen vandaag.’