Third person effect en nepnieuwsdetectie
‘Anderen zijn goedgelovig, ik laat me niks wijs maken.’ Dat is de houding van de meeste mensen. Maar hoe kan het dan dat er zoveel misleidende berichten circuleren? Deze maand publiceerde het
European Journal of Communication een onderzoek naar het zogenaamde third person effect bij het herkennen van nepnieuws: het idee dat mensen geneigd zijn te geloven dat
fake news meer effect heeft op anderen dan op henzelf. Bij dit
third person effect speelt een dubbele standaard mee: personen onderschatten de invloed die media op hen hebben en overschatten deze invloed bij anderen.
Volgens de onderzoekers kan de toename van nepnieuws in theorie op verschillende wijzen worden tegengegaan, onder andere door zowel gebruikers als mediaprofessionals aan te leren kritisch naar nieuws te kijken. Twee hindernissen staan deze empowerment in de weg. Allereerst zijn socialmediagebruikers minder ervaren en naïever dan vaak verondersteld, en ten tweede denken zij dus doorgaans dat anderen veel slechter zijn in het beoordelen van nieuws dan zijzelf.
Bij ruim achthonderd Roemeense volwassenen namen de onderzoekers een enquête af, met daarin vragen als ‘Hoe zeker ben je ervan dat jij / je vrienden en familie / mensen in het algemeen in staat zijn nieuws dat de werkelijkheid verkeerd neerzet te identificeren?’ De respondenten antwoordden over het algemeen volgens de redenering: ‘Ik weet dat er veel nepnieuws bestaat, maar dit heeft vooral effect op anderen – mijn naasten en mensen in mijn netwerk. Ik ben me er doorgaans bewuster van.’
Hoogopgeleiden beschouwen deze kloof tussen henzelf en de rest als het grootst. Ook mensen die Facebook niet regelmatig gebruiken, zien zichzelf als minder goedgelovig dan personen die hun nieuws wel via Facebook ontvangen, omdat zij traditionele nieuwsbronnen betrouwbaarder achten. Politieke interesse is de sterkste indicatie van het third person effect, waarschijnlijk door de aanname dat nepnieuws vooral politieke onderwerpen betreft. Ook confirmation bias – de neiging om informatie zo te interpreteren dat deze aansluit bij de eigen overtuigingen, gedachten en gevoelens – speelt een belangrijke rol.