Een bericht over een van de meest interessante en relevante rechtszaken die momenteel rondom tech speelt. Nee, ik heb het niet over een van de vele rechtszaken in de VS tegen de big 5 platformen, of de berichten uit China dat daar ook de overheid flink los gaat op tech bedrijven wanneer het gaat om hun manier van werken en concurrentie. Ik heb het over een rechtszaak van 13 Uber en Ola chauffeurs tegen de platformen waar zij hun werk uit halen. Een rechtszaak om meer informatie te krijgen over de processen rondom het maken van (geautomatiseerde) besluiten. Met als doel om als collectief daarmee bewijslast te creëren in de discussie over het al dan niet werkgeverschap van het platform.
Deze zaak gaat verder dan 13 individuele chauffeurs. En ook verder dan de discussie of zij al dan niet werknemer zijn van Uber en Ola. Deze rechtszaak gaat over een proces waar bedrijven baat hebben bij informatie asymmetrie en de pogingen van individuen dit te breken en te organiseren om zo een meer gelijk speelveld te creëren.
De kern van veel bedrijfsmodellen draait om informatie asymmetrie, complexe processen en ingewikkelde regelgeving. Dit is zeker het geval bij bemiddelaars: zij die de informatie(macht) in de markt hebben en die informatieasymmetrie, ingewikkelde processen en ingewikkelde regelgeving kunnen oplossen hebben een sterk bedrijfsmodel. Neem uitzendbureaus. Natuurlijk ontzorgen zij ook de (grotere) klanten, maar in principe zijn zij de toegangspoort tot (schaarse) werkenden en ontzorgen zij de klant in processen en ingewikkelde regelgeving. Zonder die drie elementen zouden veel uitzendorganisaties het heel lastig hebben. Hetzelfde geldt voor nagenoeg alle bemiddelaars. Bij platformen, wat simpelweg digitale bemiddelaars zijn, is dat niet anders. Of beter gezegd: misschien nog wel sterker. Platformen bedienen als marktplaats doorgaans een enorm gefragmenteerde markt aan zowel de aanbod als vraag zijde. En hoewel de platformen alle informatie hebben, geven zij die beperkt door aan de gebruikers. Enerzijds is dit vanuit een praktisch oogpunt: een gebruiker heeft alleen de informatie nodig die nodig is voor de transactie. Anderzijds is dit vanuit het belang van het bedrijfsmodel. Wanneer gebruikers bijvoorbeeld eenvoudig ook buiten het platform af kunnen spreken na een eerste transactie, komt het bedrijfsmodel van het platform in gevaar. Daarnaast is het in veel gevallen ook goed dat de aanbieders, zeker wanneer het om 1 type dienst gaat, zoveel als mogelijk te isoleren. Immers: de informatieasymmetrie blijft in stand wanneer ook de gebruikers gefragmenteerd zijn. Op het moment dat zij zich organiseren wordt het (informatie)machtsverschil kleiner en dat is weer ‘slecht’ voor de positie van de bemiddelaar.
Het is niet nieuw dat bemiddelaars het liefst weinig informatie en data delen met de gebruikers en aanbieders in het bijzonder. Dat was al zo voordat er platformen kwamen. Het verschil met platformen is dat zij a) doorgaans meer data hebben en b) in theorie makkelijker data zouden moeten kunnen geven aan de gebruikers, maar aan de andere kant ook meer middelen hebben om deze informatieasymmetrie geautomatiseerd te vergroten en in stand te houden.
Zo, dat was een lange inleiding voor deze rechtszaak. In deze zaak eisen de 13 chauffeurs meer data van Ola en Uber wanneer zij een AVG/GDPR verzoek indienen, met als doel om deze in een ‘data trust’ te bundelen om zo een gelijker speelveld tussen aanbieders en platform te creëren. Dus als eerst is dit een interessante zaak en verkenning over welke data, zeker ook bij geautomatiseerde besluitvorming, nu wel of niet over de AVG valt. Ten tweede laat deze zaak zien hoe (in dit geval) platformen proberen te voorkomen dat deze data uit het platform wordt gehaald en wordt gebundeld. Als reactie op deze zaak geven de platformen het volgende aan:
“Uber and Ola have both roundly criticised Worker Info Exchange and the App Drivers &Couriers union to the court for their ambition to establish a data trust for the purposes of collective bargaining. Uber says this is an ‘abuse’ of GDPR rights whilst Ola says a data trust would threaten its intellectual property rights. Ola makes the further astonishing claim that a worker controlled data trust would even undermine the supposed competition between the drivers themselves.”
Ik heb het gevoel dat dit nog een hele lange zaak gaat worden, maar zeker eentje om goed in de gaten te houden als voorbeeld hoe platform aanbieders strijden voor toegang tot data (die impact heeft op vele vlakken) en de strijd van platformen (in dit geval Uber en Ola) om deze data en inzichten vooral niet te delen, wat vooral (imho) te maken heeft met het verdedigen van het bedrijfsbelang en businessmodel.