Mijn oma is de reden dat ik begon met beleggen.
In 2017 overleed mijn oma zonder nog te weten wie ik was. Ik weet nog heel goed wie zij was. Zij was de typische lieve oma.
Ze leerde mij: legpuzzels maken, veters strikken en taarten bakken.
Samen met opa leerde ze me ook sparen. Elke verjaardag en kerst en bij elk rapport kreeg ik een briefje van vijf, tien of soms vijfentwintig gulden. Die gingen allemaal
mijn Pennie-spaarpot in. Het waren de jaren negentig.
In 2017 overleed oma op 89-jarige leeftijd. Ze liet me een beetje van haar geld na. Ruim € 6.000.
Ik had het niet meteen door, maar dit zou haar laatste les worden.
€ 6.000 was voor mij veel geld. Ik wist gelijk dat ik het goed moest besteden.
Het laatste dat ik wilde, was de erfenis van mijn lieve oma verkwanselen.
Dat was het moment dat ik me begon te verdiepen in geldzaken. Ik las boeken en blogs over geld, beleggen en economie. Uiteindelijk begon ik zelf over geld te schrijven. Zo leer ik het beste.
Als snel bleek het onvermijdelijk: ik moest gaan beleggen.
Ik opende een account, stortte de helft van mijn erfenisje en heb sindsdien niet meer achterom gekeken.
Ik ben een grote voorstander van gewoon beginnen. Maar dat wil niet zeggen dat een degelijke voorbereiding niet nodig is.
Dat hoeft geen maanden, weken of dagen te duren. Dat kan relatief snel.
Er is een vijftal vragen dat je voor jezelf moet kunnen beantwoorden, voordat je een rekening opent.
Des te voortvarender ga je van start.
Dit zijn die vijf vragen.