Hij ademt nog. Ik controleer zijn hartslag en merk dat er weinig van over is. De anderen kijken toe terwijl ik zijn leven probeer te redden, al heb ik geen idee hoe. Er stroomt bloed uit zijn schedel, een meter verderop ligt een honkbalknuppel.
‘Wat is hier in vredesnaam gebeurd?’ vraag ik.
Niemand reageert.
Ik herhaal mijn vraag, nu schreeuwend.
‘Doet dat er nog toe?’ vraagt Daniël. ‘We moeten hem redden.’
‘Ja, natuurlijk.’
Ik weet niet of ik daarmee doel op het feit dat het er toe doet wat er gebeurd is of op het feit dat we hem moeten redden. Waarschijnlijk op allebei, dus fluister ik bemoedigende woorden in zijn oor, zeg iets over een ambulance, dat hij nog even moet volhouden, maar allebei weten we dat dat weinig meer zal uithalen. Ik kijk naar mijn vrienden en zij kijken naar mij. Bij binnenkomst had ik al gezien dat Sarah en Eva hadden gehuild en dat doen ze nu weer. Hun blikken zijn nog wanhopiger dan die van het troosteloze restje mens dat ik nu in mijn armen heb. Hij wordt rustiger en zijn greep verslapt. Ik snap niks van de situatie, weet niet hoe dit heeft kunnen gebeuren en wat ik kan doen om de boel nog te redden.
‘Houd vol,’ fluister ik. ‘Ik ben bij je. Houd vol.’
Twee minuten later is hij overleden.
Zo begint ‘De Buitenstaanders’, de nieuwe thriller die Bob Dijkgraaf onder het pseudoniem Erik van der Linden schreef én zelf uitgaf. Kopen is niet verplicht.
Wel supersympathiek, want die kleine is de beste schrijver in onze familie.