De commissie schrijft dat zij uitgebreide briefings heeft gekregen over de capaciteiten van de diensten. De drie wijzen hebben echter geen toegang tot de systemen van de AIVD en de MIVD zoals de CTIVD dat wel heeft, en zijn dus afhankelijk van de diensten om goed geïnformeerd te worden.
Dat gebeurt niet altijd. Eén op de tien verzoeken voor de inzet van bevoegdheden gaat terug naar de diensten omdat de TIB de informatie ziet als incompleet. Wanneer de commissie om meer informatie vraagt, trekken de diensten in 0,5% van de gevallen de aanvraag in.
Absolute aantallen van de inzet bevoegdheden zijn helaas weggelakt in de brief door de verantwoordelijke ministers. Modus operandi, staatsgeheim, dat idee.
We moeten nog een halfjaar geduld hebben: over deze informatie zullen we ons in april 2019 kunnen buigen wanneer de TIB haar eerste jaarverslag publiceert. Op jaarbasis mogen de statistieken namelijk wel gepubliceerd. Hoe dan ook vindt de commissie het te vroeg om aan de huidige cijfers vergaande conclusies te verbinden.
Een interessant voornemen van de commissie is om contact op te nemen met kennisinstellingen, bedrijven en NGO’s, om te zorgen dat zij “qua kennis en veiligheidsbeeld niet alleen gevoed wordt door de diensten, maar ook door andere partijen.”
Cybernieuwtjes houdt
het twitteraccount van de commissie scherp in de gaten voor selfies van deze werkbezoeken. Ook kijken we uit naar een rapport van collega-toezichthouder CTIVD over de WIV, dat eind november uitkomt.