Na publicaties over het gebruik van persoonlijke gegevens van Facebookgebruikers door Cambridge Analytica, was de beer definitief uit de mouw. Facebook koos de aanval door een campagnebureau in te huren dat via een Republikeinse nieuwssite onder meer Apple bekritiseerde over hun privacybeleid, zo blijkt uit de gesprekken die the New York Times voerde.
Op dezelfde manier werd door het bureau een poging gedaan om George Soros, financier van Open Society Foundation en love-to-hate van complotdenkers, weg te zetten als aanstichter van de anti-Facebookbeweging.
Het lijkt wel alsof je hem tegenwoordig overal bij kunt halen. Te laat op je werk? Schuld van Soros. Verjaardag van je tante vergeten? Soros.
Het artikel schetst een weinig rooskleurig beeld van een cultuur bij Facebook waarin specialisten niet gehoord worden en PR-belangen boven verantwoordelijk platformbeheer worden gesteld. Hoewel het goed is dat de Amerikaanse verkiezingen aanleiding zijn geweest om over te gaan tot serieuzer monitoren van desinformatie op Facebook, moeten we niet vergeten dat dezelfde nepnieuwsdynamiek al eerder
een rol speelde in bijvoorbeeld etnisch geweld in Myanmar.