The Atlantic interviewde een aantal kinderen – enkel genoemd bij hun voornaam – die zichzelf voor het eerst opzochten via Google. Vaak verwachtten ze daar niet al te veel van; ze hebben immers zelf nog niet zoveel op internet gezet. Maar al snel ontdekken ze dat hun ouders en anderen dat wel al hebben gedaan.
Kinderfoto’s, maar ook scores die zijn behaald bij sporten en zelfs complete schoolopdrachten bleken terug te vinden. Allemaal zonder dat die kinderen was gevraagd of zij dat eigenlijk wel online wilden hebben.
De reacties van de kinderen verschilden, van boos en teleurgesteld tot enthousiast: kijk eens, wat er allemaal van mij te vinden is op internet!
Juridisch hebben ouders die ongevraagd kinderfoto’s plaatsen ook in Nederland de wet aan hun zijde. Onder de zestien jaar hebben ouders of verzorgers de
zeggenschap over de privacyrechten van hun kinderen.
Maar is dat eigenlijk nog wel van deze tijd? Beslissingen die je ouders op je vijfde maken – bijvoorbeeld om een awkward filmpje van jou op internet te plaatsen, met je naam pontificaal ernaast – kunnen de rest van je leven gevolgen hebben. Als dat filmpje vervolgens viral gaat, bijvoorbeeld.
Daarmee hebben keuzes die je ouders over jou als minderjarige maken gevolgen voor je meerderjarige bestaan. Maar probeer dan je privacyrechten maar eens uit te oefenen over iets dat zichzelf al over internet heeft verspreid.
Ex-Google-ceo Eric Schmidt
stelde in 2013 al schertsend voor dat een ‘delete’-knop voor het internet het op je achttiende mogelijk zou maken om alles wat daarvoor over jou is verzameld en gepubliceerd, te laten verwijderen.
Dat zou natuurlijk niet werken. Maar misschien moeten we het omdraaien, en zouden ouders kunnen beseffen dat foto’s en video’s die ze nu delen, over 20 jaar misschien nog steeds wel terug te vinden zijn.