Met een glas halfvolle Chocomel van 250 ml krijg je 8 gram eiwit, 4 gram vet, 0,27 gram zout en 29 gram suiker binnen (dat zijn ongeveer 7 suikerklontjes).
Klinkt als héél véél suiker. Ik vroeg het na bij sportdiëtist
Janneke Pieterson van Sportkeuken, die mij begeleidde tijdens m'n marathontraining. “Door de verhouding in eiwitten en koolhydraten is chocolademelk een populaire hersteldrank geworden”, zegt ze. “Die verhouding is idealiter 1:3. In een glas van deze chocomel zit 8 gram eiwit en 29 gram suiker, dat is dus best goed. 24 gram suiker zou ideaal zijn.”
Janneke wijst er wel op dat je na een fikse training 20 gram eiwit wil binnenkrijgen. “Reken maar uit hoeveel chocolademelk je dan moet drinken…” Juist, meer dan een halve liter. In dat geval klok je achteloos 14 klontjes suiker achterover.
Om snel glycogeen aan te vullen zijn snelle suikers, zoals in chocomel, beter dan de complexere koolhydraten in bijvoorbeeld een volkoren boterham, volgens Janneke. “Maar er zijn gezondere opties dan chocomel. Denk aan een halve liter halfvolle melk met een banaan en een appel. Met fruit krijg je die snelle suikers ook binnen, plus vitamines.”