De Amerikaanse veteraan Edward Shames is op 3 december op 99-jarige leeftijd overleden. Hij was de laatste officier van de fameuze Band of Brothers, het parachuteregiment van de 101 Airborne Division waar een gelijknamig boek en miniserie over verschenen.
Shames was een paar dagen van zijn 22ste verjaardag verwijderd toen hij op D-Day boven Normandië als paratrooper zijn vuurdoop had. Hij zou later voor Market Garden in Noord-Brabant landen en hielp met Operatie Pegasus bij Arnhem gestrande Britten ontsnappen.
Toen hij na 72 dagen in de frontlinie eindelijk verlof kreeg, was dat van korte duur: omdat de Duitsers het Ardennenoffensief begonnen moest de vrachtwagen die hem naar Parijs zou brengen omdraaien. “Dat zette een streep door Parijs”, vatte hij eens samen in een interview.
Shames werd in een fonkelnieuw uniform en zonder enige bewapening afgeleverd in het bedreigde gebied. “We zagen een omgebogen bord liggen met ‘Bastogne’ erop. Daar had ik nog nooit van gehoord.” Pas eind januari zou hij worden afgelost. Shames bleef er altijd trots op dat zijn mannen een overmacht van tien tegen een hadden weten tegen te houden.
Tegen het eind van de oorlog was Shames de eerste van zijn regiment die arriveerde in concentratiekamp Dachau. Het onmenselijke leed dat hij daar zag was iets dat hij vanwege zijn Joodse afkomst liever niet besprak. Groot was de voldoening toen hij werd ingezet om het Adelaarsnest in te nemen, Hitlers hoofdkwartier in de Alpen. “Daar deden we wat elke rechtgeaarde soldaat had gedaan: we hebben het helemaal leeggeplunderd.”
Shames liet zich graag rondrijden in Hitlers limousine, koos wat tafelzilver uit en nam een fles Hennessy-cognac mee met het label ‘Alleen gebruiken voor de Führer’. Hij opende na de oorlog de fles om de bar mitswa van zijn oudste zoon mee te vieren.
Onder zijn mannen stond Shames, die in het veld was opgeklommen tot de rang van tweede luitenant, bekend als spijkerhard. Hijzelf kon dat beamen: “Ik was streng. Iets weigeren hoefde je bij mij niet te proberen en gelul evenmin.”
“Maar ik ben er trots op dat ik meer mannen heb thuisgebracht dan welk van de 200 andere pelotons dan ook. De missie was altijd het belangrijkste, maar daarna ging het om de mannen weer thuis krijgen.”