Mogelijk hebben Lieven en ik ooit samen in de les gezeten toen we elkaar nog niet kenden—ik zou dat eens moeten checken bij hem.
Precies twintig jaar geleden studeerde ik biologie en hij had zich laten verleiden tot natuurkunde. De kans bestaat dat we, wellicht voor Algemene Chemie, met vele honderden andere eerstejaarsstudenten samengepropt zaten in een van de mega-auditoria van de Ledeganck, de oudste wetenschapscampus van de Universiteit Gent.
We hebben allebei onze studie niet afgewerkt.
Na een halfjaar biologie wist ik al: ik heb geen goesting om mijn energie te steken in wiskunde, scheikunde, geologie en natuurkunde—want die vakken kregen wij dus ook. Voor eencelligen en planten voelde ik evenzeer weinig genegenheid. De practica waarop we dode beesten mochten opensnijden, waren nog plezant, maar eigenlijk was er slechts één vak dat mij echt boeide: filosofie. Dat kregen we van de geweldige Jean Paul Van Bendegem.
Het was het enige vak waarvoor ik dat jaar slaagde.
Het jaar nadien koos ik voor Germaanse. Want ik wilde schrijven, schrijven, schrijven.
Dat schrijven deed ik vooral op de redactie van het studentenblad Schamper, in een kelder die zich op een steenworp van de Blandijn bevond, het bolwerk van de humane wetenschappen. In de Germaanse had ik véél minder les dan in de biologie en dan nog slaagde ik er meestal niet in om me los te wrikken van mijn toetsenbord en me effectief richting unief te slepen. (Wat me niet heeft tegengehouden om dat diploma uiteindelijk wel te halen.)
Geestig: Lieven onthulde onlangs dat hij als student verschillende lezersbrieven naar Schamper heeft gestuurd, maar in mijn archief heb ik er geen één teruggevonden die gepubliceerd is geraakt. (Wat hem overigens oplucht.)
Lieven was een veel betere student dan ik. Hij geraakte tot in het laatste jaar van de fysica—en toen kreeg hij het aanbod om met Neveneffecten televisie te maken en zo'n kans grijpt ge nu eenmaal.
In zijn studentenjaren was hij al bezig met comedy en dat doet hij nu nog altijd, naast zijn televisiewerk.
De show waarmee hij sinds een jaar door Vlaanderen en Nederland toert, gaat over DNA.
Biologie, jawel!
Het is géén lange uiteenzetting over DNA geworden. Het is een even grappige als hallucinante blik op wat er vandaag mogelijk is in de menselijke genetica, wat er morgen mogelijk zal zijn en welke gevolgen dat zal hebben.
Er lopen niet veel wetenschapscomedians rond, maar Lieven mag zich rekenen tot de top—als hij al niet gewoon de top ís. Hij heeft zich uitstekend geïnformeerd en al die informatie brengt hij helder en gevat op het podium. En zoals dat past bij de beste comedy is het allemaal zo vrijblijvend niet als het soms klinkt. Terwijl ge nog schuddebuikt van het lachen voelt ge al een koude hand over uw ruggengraat glijden.
What the fuck?! Kunnen ze dit nu al?
Hieronder een fragmentje uit zijn show over een van de zotte dingen die vandaag al mogelijk zijn: