Bijna waren er geen wolven meer in Europa.
De uitroeiing begon zo'n twee eeuwen geleden en dat had niets te maken met de wolf zelf, maar alles met een stuk techniek: efficiënte vuurwapens.
Vele tientallen, zeg maar honderden eeuwen leefden mensen en wolven redelijk probleemloos naast elkaar in Europa. Maar de menselijke bevolking bleef gestaag groeien en de mens palmde almaar meer wolvengebied in.
Toen werd de wolf een probleem.
Waarom?
De wolf was geen schadelijk beest, maar had wel een kwalijk imago. Sprookjes als Roodkapje en de boze wolf deden zijn populariteit geen goed.
Raar, want onze honden zijn gewoon gedomesticeerde wolven: zo kwaad kan een wolf dan toch niet zijn?
In In het spoor van de wolf lees je hoe wolven zich gedragen, hoe ze jagen en samenleven met hun soortgenoten. Dan heb je alleen maar groot respect voor het dier.
Toch vond de mens uitroeiing een beter idee dan ontzag.
De wolf verdelgen was lange tijd geen succes, maar zodra schietijzers hun intrede deden, daalden de populaties gestaag.
In Europa werd het ene na het andere land wolfvrij verklaard. Alleen in periferie gebieden konden zich nog populaties handhaven: het Iberisch Schiereiland, de laars van Italië en Oost-Europa.
Maar kijk, dankzij Europese bescherming konden wolven het Europese continent weer gaan veroveren. Vanuit Polen gingen ze naar Duitsland, waar zich verschillende roedels vestigden. Vanuit Duitsland trokken wolven naar Denemarken, Nederland en – ta-da! – België.
Tegelijk vestigden Italiaanse wolven zich in Alpen. Ze verspreidden zich verder in Frankrijk en bereikten ons land vanuit het zuiden.
Zo werd België opnieuw een wolvenland.
Naya was de eerste wolf die zich vestigde in Vlaanderen. Ze kreeg niet veel later het gezelschap van August, er leek een prettig gezinnetje in de maak, maar enkele onverlaten met geweren maakten een einde aan dat gezinsgeluk.
Ze vermoordden Naya en haar kroost.
Ondertussen passeerden talrijke andere wolven door onze contreien, waarvan Billy een van de merkwaardigste was.
Billy was een kanjer die op een ochtend werd aangereden op de ring van Turnhout en ‘s avonds diezelfde ring doodleuk overstakop een andere plek. De camionette die hem had geraakt, was gedeukt, maar Billy leek geen letsels te hebben overgehouden aan de klap.
Billy vestigde zich niet in Vlaanderen en trok verder. Weduwnaar August kreeg wel het gezelschap van Noëlla.
In de lente van dit jaar kregen zij vier welpen.
Prachtig nieuws, maar in zijn boek waarschuwt Jan Loos dat de dieren gevaar lopen.
Ten eerste is er het verkeer: dwars door het Limburgse wolvengebied lopen enkele wegen die levensgevaarlijk zijn voor wolven, zeker als het gaat om jonge, onervaren dieren.
Ten tweede zijn er in onze maatschappij bepaalde individuen die de natuur beschouwen als hun persoonlijke speeltuin. Paradoxaal genoeg lijken die individuen een hekel te hebben aan écht wilde natuur.
Een wolf is om de een of andere reden te natuurlijk om hem in het wild te kunnen verdragen en dus knallen zulke individuen wolven liever af.
Maken wolven het andere wild misschien te schuw?
Feit is: Naya liep tegen een kogel van een jager en ook Noëlla en co. zijn niet veilig.
Terwijl In het spoor van de wolf nog op de drukpersen lag, werden twee van haar welpen doodgereden.
Heel triestig nieuws. En te voorkomen als er wildrasters langs de weg hadden gestaan, precies de weg die Jan aanduidde als een groot risico.
Toch blijft de conclusie van Jan overeind: Vlaanderen is weer een wolvenland en zal dat ook blijven.
Zelfs in deze dichtbevolkte, volgebouwde regio kunnen we samenleven met de wolf.
Hoe machtig is dat niet?