Het was de eerste keer—voor echt, bedoel ik—dat ik fictie schreef.
Het was DE MAX.
Het was—we moeten daar eerlijk in zijn—soms ook frustrerend, want bij zo'n opdracht moet je niet alleen een goed verhaal proberen te vertellen, je moet er ook voor zorgen dat het in lijn ligt met wat de opdrachtgever verwacht.
Een opdrachtgever als de VRT zegt niet zomaar: ‘Och, doe maar wat, wij vinden het allemaal best.’
Een opdrachtgever als de VRT heeft een zeer goed idee van wat kan en wat niet kan—en van wat hij wil en zeker niet wil.
Dat betekent: schrappen en herschrijven.
Nog meer schrappen en herschrijven
En jawel, net als je denkt dat je er bent: NOG wat schrappen en herschrijven.
Op den duur wist ik niet eens meer aan de hoeveelste versie van het manuscript ik ondertussen zat.
Gemakkelijk was dat niet altijd—remember het puntje tijd.
Tegelijk leerde dat hele proces mij drie dingen:
- Ik kan een roman schrijven.
- Ik kan de romanvorm zodanig naar mijn hand zetten dat ook de opdrachtgever tevreden is.
- Ik kan wel degelijk geld verdienen met fictie.
Serieus, dat is vet wijze kennis om te bezitten.
De uitgeverij noemt het boek een ‘
heerlijke pageturner’ en ik zal niet ontkennen dat mij dat deugd doet. (Uit goede bron weet ik dat die lof meer is dan holle promopraat.)
Ik heb mij natuurlijk niet onvoorbereid in dat avontuur gestort.
Sinds een paar jaar lees ik immers boeken over fictie schrijven, want ergens hield ik er rekening mee dat ik mogelijk ooit de vraag zou krijgen om eens iets romanachtigs te schrijven.
Er is veel brol op die markt, maar dit zijn enkele absolute aanraders:
-
The Art Of Fiction: Notes On Craft For Young Writers van John Gardner
-
Into the Woods van John Yorke
-
How To Write Dazzling Dialogue van James Scott Bell
-
Wired For Story van Lisa Cron
Holy fuck: dat boek van Lisa Cron is ZO onwaarschijnlijk goed.
Als Pieter één ding heeft gedaan, is het mij nog meer goesting geven om fictie te schrijven.
Komt dat even goed uit:
Ik ben vorige week beginnen te schrijven aan een nieuwe prequel voor een niet nader genoemde televisieserie.
Ja, ja, ooit schrijf ik nog wel eens een roman waar mijn eigen naam—of een pseudoniem, waarom niet—op prijkt, maar ondertussen leer ik al doende door fictie te schrijven in opdracht.
Wie kan er dat zeggen?