Over boeken, astrologie, schrijven, amfetamine en de verjaardag van De Wetten van Connie Palmen. Met tienduizend links naar nog meer verdwaalplezier.
We leven in een vloeibare tijd. Alles stroomt in elkaar over. Werk en privé, hoop en vrees. Als je niet echt weggaat voel je ook het plezier van thuiskomen minder goed. Als alles al een jaar lang in elkaar overvloeit, hoe markeer je dan de tijd?
Ik kan het meten per halve meter ongelezen boek – overal in de woonkamer liggen stapels van boeken die ik nog moet lezen, gekocht om de boekhandels te steunen. Ik kan het meten aan de coronakilo’s die ik aangekomen ben door wijn, bier, heartbreakers, alweer muffins bakken met de kinderen om maar iets te doen te hebben. En elke dinsdag is er een tijdsmarkering, want dan lees ik mijn horoscoop. En dan niet eentje van het kaliber ‘je zult een lange donkerharige man ontmoeten’, want ik kom nauwelijks meer op straat en die vreemdeling heeft misschien wel een raar hoestje.
Elke dinsdag verschijnen er poëtische, verrassende horoscopen op de website
FreeWillAstrology.com. Geschreven door Rob Brezsny, astroloog, schrijver en muzikant. Hij heeft al sinds 1980 een horoscoopcolumn en zijn nieuwsbrief is misschien wel net zo leuk als de eclectische literaire collage
Brain Pickings van Maria Popova, ook een aanrader. Brezsny haalt de mooiste wijsheden uit tegenstrijdige religies, romans, en dichtbundels. In een interview met de New York Times zei hij: “ik orakel over het heden, want ik geloof niet in het voorspellen van de toekomst”. Brezsny investeert in ‘pronoia’, als tegengif voor paranoia. En hij bedacht ooit een ceremonie om met jezelf te trouwen. Waarom hij zulke bloemrijke weekhoroscopen schrijft? “My secret agenda is to be a poet who gets paid for writing poetry”.
Nu ben ik een Schorpioen, en een ontzettend cliché exemplaar. Mijn vader was geïnteresseerd in astrologie en had flinke stapels boeken over planeten, huizen en de tekens van de dierenriem. Als kind had ik de missie om elk boek in huis te lezen, en die over astrologie heb ik ontzettend vaak gelezen. Mijn theorie is nu: blijkbaar heb ik de lijstjes met karaktereigenschappen geïnternaliseerd, zodat ik opgroeide tot de meest stereotype Schorpioen die astrologiefans zich maar kunnen voorstellen. Recht uit het boekje. Perfectionistisch, gedreven, intuïtief. Geobsedeerd door alle raadsels en geheimen van de wereld. Ziekelijk nieuwsgierig. Morbide maar ook sentimenteel. Met een gifstekel vol jaloezie, manipulatietrucjes en wraakgevoelens. Maar ik weet nog goed dat ik me als klein meisje heilig voornam om geen slechterik te worden. Schorpioenen hielden alles voor zichzelf, las ik. Als ik een open boek zou zijn, dan zou dat vast een positief effect hebben. Niet lang daarna begon ik met schrijven en haalde ik het slotje van mijn dagboek af.
Brezsny’s horoscoop voor deze week had weer een fijne literaire verwijzing:
“Famous and influential science fiction novelist Philip K. Dick relied on amphetamines to fuel his first 43 novels. Beginning with *A Scanner Darkly*, his 44th, he did without his favorite drug. It wasn’t his best book, but it was far from his worst. It sold well and was made into a movie featuring Keanu Reeves, Robert Downey Jr., and two other celebrity actors. Inspired by Dick’s success without relying on his dependency—and in accordance with current astrological omens—I’m inviting you to try doing without one of your addictions or compulsions or obsessions as you work on your labor of love.”
Laatst kreeg ik A Scanner Darkly van een vriend – hij gaf me als cadeautje een harde schijf met
alle films die ik het afgelopen decennium heb gemist. Vier terabyte aan illegale downloads. Hij vroeg een tijdje terug of ik nog aanraders had, qua kijkmateriaal. Dus stuurde ik hem het lijstje door dat ik jarenlang trouw had bijgehouden. Ik wist niet dat hij de complete lijst zou downloaden. Nu heb ik dus een draagbare videotheek vol schuldgevoel tot mijn beschikking. Waarvan elke film me toeschreeuwt: “Kijk mij! Ik kreeg vijf sterren in de Filmkrant!”. Maar ik heb ook nog driehonderd boeken die zoiets roepen. En games: dankzij mijn twee kinderen kon ik niet meer elke week naar de film, maar herontdekte ik wel weer de wereld van Nintendo en ingenieuze
Indie games. En die eindeloze stroom van oude en nieuwe media plus alle meningen die daar over te vinden zijn vormen mijn verslaving, mijn obsessie. Duizenden ontsnappingsroutes uit het dagelijkse leven. Kranten en tijdschriften moet ik na een aantal maanden echt weggooien van mezelf. Maar ik heb van alles stapels teveel. Ik ben een hoarder. Ik lijd aan infobesitas. En dreig verpletterd te worden door schoonheid, zoals de boekenverzamelaar Hanta (Al te luide eenzaamheid, Bohumil Hrabal, geweldig boek), die slaapt onder een doorbuigende plank met tonnen boeken, vlak boven zijn hoofd.
Nu wil ik graag een roman schrijven.
En dan is de grote uitdaging om de
deur dicht te trekken en die ook lang genoeg dicht te houden. Voor familie, vrienden, opdrachtgevers. En ook voor alle afleiding. Boeken, films, games, internet - het mag slechts gedoseerd, als beloning voor een productieve ochtend schrijven. En dat werkt, een beetje. Ik probeer de Graham Greene schrijfmethode van 500 woorden per dag en als je dat streefgetal gehaald hebt moet je abrupt stoppen, ook al gaat het lekker. Graham Greene is mijn nieuwe literaire held, omdat hij naast schrijver ook spion was. En ooit onder een pseudoniem meedeed aan een schrijfwedstrijd, met als opdracht ‘schrijf een parodie op de stijl van Graham Greene’. Hij won de tweede prijs.
Als je middenin het goede gevoel ophoudt dan ga je de volgende dag weer met plezier verder, is de theorie. Maar ik wil eerlijk toegeven dat ik het ook doodeng vind, schrijven. Enige vorm van schrijfplezier komt pas na een bizar ritueel van ontwijken, al mijn beginzinnen haten, dertien keer op internet klikken, ook al heb ik van tevoren de wifi afgesloten. Normaal schrijf ik korte verhalen, maar ik heb nog geen flauw idee hoe ik van die sprintrondjes naar de marathon van De Roman moet gaan. Ook al zou je dat misschien niet zeggen, halverwege deze lange nieuwsbrief. En in de kladversie heb ik echt, oprecht, nog passages geschrapt.
Ik heb op mijn e-reader twaalf boeken staan over hoe fictie werkt – de heldenreis, de zeven basisplots, het geweer in akte 1. Maar de neiging om die eerst allemaal te willen lezen voor ik écht begin is
uitstelgedrag. Ik probeer nu elke ochtend de stilte op te zoeken, om te onderzoeken waar ik precies bang voor ben. Om dan naast die angst te gaan zitten, zwijgend, tot mijn innerlijke stemmetje ook aan durft te schuiven bij het eeuwenoude kampvuur van onze verbeelding.
“Als je iets heel graag wil, kun je angst krijgen voor de omvang van je verlangen.” (Connie Palmen)