Het zal geen verbazing wekken dat de Nederlandse regering niet staat te springen om meer sociaal beleid vanuit de Europese unie. Sterker nog, vooruitlopend op de top in Porto kwam ons land vorige maand al samen met tien anderen met
een verklaring.
Een verhaal vol lovende opmerkingen richting de Portugezen, het eerste halfjaar van 2021 voorzitter van de Europese Unie en de organisator van de sociale top. Dat die top op een goed moment komt, dat het goed is over de ideeën te discussiëren. Maar ondanks die mooie woorden is de eigenlijke boodschap een andere. Namelijk: niet de Europese Unie, maar de lidstaten gaan over het sociaal beleid en dat moet vooral zo blijven.
Daarom schrijven de elf landen: Any action on EU-level should fully respect the division of competences of the Union, its Member States and the social partners. Any EU initiative in these areas should be in line with the principles of subsidiarity and proportionality and needs careful consideration of different national starting points.
De andere verklaring
De
verklaring van Porto van de 27 regeringsleiders en staatshoofden die gisteren werd aangenomen, staat vol mooie intenties. “Europa moet het continent van sociale cohesie en welvaart zijn”, daar wil iedereen aan werken.
De EU zal zich inzetten voor “eenheid en solidariteit en dit betekent ook gelijke kansen voor iedereen. Niemand mag achterblijven”, vinden de ondertekenaars. Maar, staat te lezen bij punt 5, dat moet wel with due regard for respective competences and the principles of subsidiarity and proportionality. Inderdaad, dat lijkt behoorlijk veel op de zinsnede uit dat non-paper van eind april. En dus is Nederland tevreden.
‘Wij zijn blij hoe de Nederlandse inzet in de conclusies terechtgekomen is’, melden diplomaten, die ook graag willen laten weten dat Nederland helemaal niet tégen verdergaand sociaal beleid is, zoals wordt gesuggereerd door critici.
‘Interessant stuk’
“Een interessant stuk”, noemt premier Rutte de verklaring. Hij was net als de Duitse bondskanselier Angela Merkel niet fysiek bij de top aanwezig. Pvda-Europarlementariër Agnes Jongerius was er wel. Zij merkt op dat het “wel meer is dan een interessant stuk". En gelukkig ook meer dan Rutte eigenlijk gewild had. Het actieplan van de Commissie is onderschreven, inclusief de kwantitatieve doelen. Het moet over meer en betere banen gaan, de bestrijding van armoede en terugdringen van de ongelijkheid.
Ook de Franse president Macron merkt na afloop op dat deze sociale thema’s nu onherroepelijk op de agenda staan. En dat betekent dat de strijd over welke interpretatie van de Verklaring van Porto de overhand krijgt, nog lang niet gestreden is.