Hoe zit het nu?
De grafiek brengt de huidige eigen middelen in beeld. In rood de bijdragen van de lidstaten volgens de sleutel van hun bruto nationaal inkomen (BNI). Deze vormen weliswaar officieel een restpost, maar zorgen voor verreweg het grootste deel van de inkomsten van de EU.
Lichtgrijs afgebeeld is het eigen middel op basis van de btw-grondslag. Met feitelijke btw-betalingen heeft het niets te maken; het is een statistisch fenomeen.
Het echte, traditionele eigen middel van de EU zijn de invoerrechten – hier donkerblauw weergegeven.
Nieuw is dat lidstaten over niet-gerecyclede plastic verpakkingen per kilo, tachtig eurocent gaan afdragen aan de EU (donkergrijs in de grafiek).
Wat wil de Europese Commissie?
Nu wil de Europese Commissie er nog drie nieuwe eigen middelen aan toevoegen. De onderbouwing is echter nogal mager. De voornaamste argumenten zijn de financiering van toekomstige aflossingen op het Herstelfonds en de relatie met nieuw EU-beleid. Het eerste is niet overtuigend (want die aflossingen kunnen ook worden gefinancierd door nationale bijdragen volgens de BNI-sleutel); het tweede te weinig precies (waarover hieronder meer).
Met het coalitieakkoord mengt ook Nederland zich in de discussie:
“We zetten in op digitale dienstenbelasting, vliegtaks, CO2-grensheffing en minimumtarief voor winstbelasting om oneerlijke concurrentie tussen lidstaten te voorkomen. Deze worden in principe nationaal geïncasseerd.”
Dat laatste klopt natuurlijk, als we incasseren mogen lezen als ‘innen’ (en niet bij voorbaat als ‘inpikken’). De EU beschikt niet over een eigen belastingdienst en is voor het correct innen van invoerrechten aangewezen op de lidstaten. Dat blijft overigens ook voor Nederland een uitdaging. Ons land moet wegens tekortkomingen flinke nabetalingen doen (Kamerstuk 21501-03-165).
Voor een koolstofgrensheffing geldt hetzelfde als voor invoerrechten: de lasten ervan drukken niet speciaal op het land waar de heffing wordt geïnd, en een vergoeding voor inningskosten van 25 procent van de opbrengsten van de heffing is heel royaal. Het lijkt mij logisch de koolstofgrensheffing toe te voegen aan de traditionele middelen van de EU – ook al zal deze weinig zal opbrengen: zo’n 0,5 tot 1 miljard euro per jaar.
De vraag of je een inkomstenbron eenduidig (of juist niet) kunt toewijzen aan een bepaalde lidstaat is een van de vier criteria om te bepalen of deze een geschikt eigen middel voor de EU vormt. Andere criteria zijn: heb je pan-Europese coördinatie nodig om te kunnen heffen? Is het behulpzaam bij het verminderen van belastingverstoringen in de EU? En is het eigen middel gerelateerd aan EU-beleid?